Column | Plato’s grot

Ik groeide op in Plato’s grot, en de televisie was het schouwspel dat voor me werd opgevoerd. De tv stond altijd aan in onze woonkamer. Elke dag om zes uur stipt verzamelden we ons als motten om het licht voor het beeldscherm, met daarop het nieuws uit Turkije. Alle Turkse kanalen vertoonden dan een uur lang wat het land en de rest van de wereld bezighield – volgens hen.

Plato’s allegorie van de grot behoort tot het abc van de filosofie. Stel je een onderaards verblijf voor met daarin gevangenen. De vastgeketende mensen kunnen alleen naar een rotswand kijken waarop de schaduwen te zien zijn van poppen en objecten waarmee poppenspelers achter hun rug een illusionair spektakel tevoorschijn toveren. Voor de gevangenen zijn die schaduwen op dat moment de werkelijkheid – in plaats van de bovengrondse, werkelijke wereld.

Volgens interpretaties van Plato’s werk zou hij bedoelen dat een filosoof via een moeizaam intellectueel proces de voor hem bekende, waarneembare wereld kan ontstijgen – en zo tot nieuwe inzichten kan komen. Ik vind het bijna klinken als een verkooppraatje van een moderne Instagram-lifecoach: ‘Wilt u ontsnappen aan de ketenen van onwetendheid? Met mijn filosofiecursussen maakt u kennis met de werkelijke wereld.’

Ik zette mijn eerste voorzichtige stappen in de richting van zo’n leerproces tijdens de les filosofie op de middelbare school. Binnen de muren van het schoollokaal liet ik mijn denken op als een vlieger en kon ik me verwonderen over existentiële vragen. Het motto ‘Durf te denken’ van de verlichtingsfilosoof Immanuel Kant is voor een doorgewinterde wijsgeer een vanzelfsprekendheid, maar voor mij was het nieuw. Voor veel jongeren, die net als ik met een hoofd vol vragen rondlopen, klinkt het best spannend. Dat je in je eigen hoofd oneindig op zoek kunt gaan, dat je de rede kunt gebruiken om alles wat je ooit voor waar aannam, te bevragen.

Elke dag om zes uur stipt verzamelden we ons als motten om het licht voor de tv

Steeds meer middelbare scholieren doen eindexamen in het vak filosofie, en steeds meer studenten beginnen een universitaire filosofiestudie. Mijn interesse in filosofie is simpelweg te danken aan het feit dat het een optie was binnen mijn vakkenpakket.

Eigenlijk groeien de meeste mensen op in een grot. De een moet het er net als ik doen met de Turkse schotel-tv; de ander met de boekenkast van zijn ouders – of de NRC.

Ook in mijn grot had ik al veel vragen over de wereld om mij heen. Filosofie gaf mij het gereedschap – de woorden, de begrippen, een rijkdom aan denkwijzen – om er vorm aan te geven.

Süeda Isik vervangt deze week Ellen Deckwitz.